Re-integratie 2e spoor
De werkgever en werknemer zijn samen verantwoordelijk voor de re-integratie. Het doel van re-integratie is een duurzame werkhervatting in passend werk. Werk dat zo dicht mogelijk aansluit bij de mogelijkheden van de werknemer.
Binnen het traject van re-integreren is er een re-integratie volgorde:
- Terugkeer in eigen werk
- Terugkeer in aangepast eigen werk
- Terugkeer in (aangepast) ander werk
- Terugkeer in werk, bij andere werkgever: het 2e spoor traject
Rond het eerste jaar ziek zal de (bedrijfs)arts een BML/FML/IZP* uitvoeren, waarna er een Arbeidsdeskundig Onderzoek zal plaatsvinden. Dit zijn vaste Poortwachter acties. De Arbeidsdeskundige zal aan de hand van bovengenoemde mogelijkhedenlijst een rapport met advies uitbrengen. Meestal is dit advies een re-integratietraject 2e spoor.
In eerste instantie ligt de focus op het terugkeren in eigen werk. Soms is het nodig om aanpassingen in het werk of op de werkplek door te voeren zodat de werknemer zoveel mogelijk weer kan functioneren in het eigen werk. Als (aangepast) eigen werk niet lukt, zal de werkgever binnen het eigen bedrijf op zoek moeten gaan naar andere mogelijkheden.
Als in het traject van re-integreren er alles aan is gedaan om de werknemer intern weer aan het werk te krijgen en er geen zicht (meer) bestaat op een structurele duurzame werkhervatting, dan wordt het 2e spoor traject gestart.
Re-integratie 2e spoor
Wanneer?
De (bedrijfs)arts stelt een BML/FML/IZP* op en een Arbeidsdeskundig Onderzoek volgt waarin de Arbeidsdeskundige een advies uit zal brengen. Dit advies is meestal 2e spoor re-integreren. De start van het 2e spoor traject vindt doorgaans plaats binnen 6 weken na de eerstejaarsevaluatie in de 52e verzuimweek.
Inrichting
De werknemer wordt actief begeleid bij het vinden, verkrijgen en behouden van een geschikte functie in een andere organisatie. Dit gebeurt op basis van een re-integratieplan. De begeleiding wordt vaak uitgevoerd door een Trajectbegeleider 2e spoor.
Proces
De Trajectbegeleider 2e spoor heeft zowel met de werkgever als de werknemer een intakegesprek. Na afloop volgt er een verslag met advies en wordt de trajectbegeleiding opgestart. Zo ligt in de eerste weken de focus op het helder krijgen wat de (on)mogelijkheden, kwaliteiten en behoeften zijn. Een beroepskeuzetest en/of sollicitatietraining kan volgen. Bij de start van het traject is er een commitment nodig van zowel de werkgever als de werknemer. Hiervoor kennen wij de Afsprakenkaart. Er vinden maandelijkse voortgangsgesprekken plaats.
*BML staat voor: Benutbare Mogelijkheden Lijst, FML: Functionele Mogelijkheden Lijst en IZP: Inzetbaarheids Profiel.